DOKKUM – De afgelopen vijfentwintig jaar reden er vanuit Dokkum tientallen keren vrachtwagens vol hulpgoederen naar Roemenië. Ziekenhuisbedden, schoolbanken, hygiënische middelen, afgeschreven ziekenhuisapparatuur dat best nog een ronde meekon en heel veel textiel werd naar één van de armste gebieden van Roemenië gebracht. Eind november zal voor de laatste keer een vrachtwagen vol hulpgoederen naar Roemenië afreizen. Niet dat de hulp van Stichting Fryslân Moldova aan het gebied stopt, integendeel. ‘We kiezen er echter voor de hulp anders in te richten’, aldus voorzitter Tjalling Feenstra, die samen met penningmeester Jan Feddema en secretaris Livius Noordhuis de stichting runt.

Feenstra reisde zelf talloze keren af naar Roemenië. Door de jaren heen zag hij de behoefte aan hulp veranderen. Vijfentwintig jaar geleden, toen Stichting Fryslân-Moldova werd opgericht, had bijna ieder dorp in Nederland wel een partnerdorp in Roemenië waar hulp aan werd geboden. Veel van de Nederlandse stichtingen hebben zichzelf inmiddels al opgeheven. ‘De eerste keer dat ik in Roemenië was waren de omstandigheden er echt erbarmelijk. Er was een grote behoefte aan kleding, schoenen en dekens voor de winter. Men reed er nog met paard en wagen, auto’s waren er nog bijna niet. Men had er bijna niets. Ik heb er echt schrijnende situaties gezien. Er was een vrouw die hoopte dat haar zieke man nog voor de kerst dood zou gaan, want dat betekende een mond minder om te voeden. Tegenwoordig is dat anders. Verschil tussen rijk en arm is er nog steeds, maar de middenmoot wordt steeds groter. Men wil nog wel hulpgoederen, maar men wordt kritischer in wat men precies wil ontvangen. Wij hebben het zelf nog niet meegemaakt dat men kleding weigerde, maar van andere stichtingen hebben we wel gehoord dat men liever merkkleding droeg dan oude kleding uit Nederland. Dan weet je dat je hulp overbodig begint te worden. Zeker als je ziet dat er in Roemenië nu ook kledinginzamelbakken langs de kant van de weg staan. Bovendien moet men zich in Roemenië nu ook aan de regels van de EU houden. Ziekenhuismaterialen die in Nederland afgeschreven zijn kon men er vroeger prima gebruiken, tegenwoordig horen de materialen in de Roemeense ziekenhuizen aan dezelfde regels voldoen als die van ons.’

De Stichting Fryslân-Moldova, waar in 2000 Kringloopwinkel De Wissel voor is opgericht om een constante geldstroom te garanderen, heeft de afgelopen vijfentwintig jaar veel weten te bereiken in Roemenië. Er wordt inmiddels nauw samengewerkt met plaatselijke instanties die precies weten waar de nood het hoogst is en waar ondersteuning bij nodig is. Zo is er de afgelopen jaren een landbouwproject opgezet waarmee mensen leren in hun eigen levensonderhoud te voorzien, is het opvangtehuis Omenia voor arme kinderen én ouderen geadopteerd en is er een leenbank opgericht met medische hulpmiddelen. ‘We stoppen nu met hulptransporten, maar gaan ons meer richten op dit soort projecten’, vertelt Livius Noordhuis. ‘We gaan meer kijken naar de vraag, en zien hoe we daarbij kunnen assisteren. De mensen en instanties waar we daar banden mee hebben kunnen projecten aandragen.’ Feenstra: ‘Het spreekt voor zich dat het opvangtehuis Omenia onze hulpt blijft krijgen. De allerarmste kinderen die thuis niet te eten krijgen krijgen daar een ontbijt en arme ouderen krijgen daar eens per week een warme maaltijd en kunnen er douchen. Men werkt daar eveneens alleen met vrijwilligers dus wij zijn er op die manier zeker van dat alle hulp die wij bieden aan Omenia ook daadwerkelijk terechtkomt bij degenen waarvoor het bedoeld is.’

Speciaal voor het laatste hulptransport van Stichting Fryslân-Moldova wordt er nog één keer een inzameling gehouden voor hulpgoederen. Op zaterdag 26 november kan men van 9.00 tot 12.00 uur goederen komen brengen aan de achterzijde van Kringloopbedrijf De Wissel. Er is met name behoefte aan elektrische naaimachines en fietsen, maar ook andere goederen zijn welkom. Voor meer details zie de advertentie die vandaag in de krant staat.

TEKST JOHANNA KOMMERIE